Onweer. Alles over bliksem en donder

4 Mar 2018

Hier lees je alles wat je wilde weten over onweer. Hoe het ontstaat, over het bijgeloof rond donder en bliksem en wat je wel en juist niet moet doen als je buiten bent terwijl het onweert.

Wat is onweer?

Onweer ontstaat door een sterke opwaartse stroming van vochtige, warme lucht in een wolk op een hoogte van drie tot tien kilometer. In die wolk ontstaat een elektrische lading als waterdruppels en hagelstenen tegen elkaar wrijven. Als het verschil in lading tussen de wolk en de aarde groot genoeg is, dan ontstaat er een bliksemflits die van de wolk naar de aarde gaat. Ook door ontlading tussen wolken onderling kan een bliksemflits ontstaan.

Bliksem en donder horen bij elkaar. Meestal kun je de bliksem zien en de donder horen. Maar dat is niet altijd zo. Overdag kan het bij helder weer gebeuren dat je de donder hoort, maar geen bliksem ziet. En andersom kan ook. In de verte zie je bliksemflitsen, maar hoor je geen donder als de afstand tot het onweer te groot is of als de wind van je af staat.

Wat is bliksem en wat is donder?

Omdat een bliksemflits enorm heet is zet hij in korte tijd heel erg uit. Hierdoor ontstaan drukgolven die je hoort als het gerommel en geknal van de donder. Omdat de snelheid van licht hoger is dan die van geluid zie je altijd eerst de bliksemflits en hoor je daarna pas de donder.

Door het tijdsverschil tussen licht en geluid is het simpel om de afstand van een onweersbui te schatten. Het aantal seconden tussen de bliksemflits en de donderslag deel je door drie. Het resultaat is (ongeveer) de afstand tot het onweer in kilometers.

Een bolbliksem is een zeldzaam natuurverschijnsel dat tijdens onweer kan ontstaan. Een bolbliksem is een lichtgevende bal van ongeveer twintig centimeter doorsnede die een paar seconden door de lucht zweeft. Een bolbliksem eindigt geruisloos of met een knal. Wat een bolbliksem nou precies is … daar zijn de geleerden het niet over eens.

Een onweersbui voorspellen

Als er onweer dreigt, kun je dat als eerste aan de wolken zien. Er zijn stapelwolken te zien die aan de onderkant donker en een beetje groen zijn. Aan de bovenkant heeft de donderwolk de vorm van een suikerbol.

Andere zaken waaraan je kan merken dat er een onweersbui onderweg is:

  • Je haar of je kleren kunnen statisch worden
  • Huisdieren kunnen zich wat onrustig gedragen
  • De radio kraakt op de midden- en langegolfzenders
  • Er vliegen dondervliegjes rond

Bliksemweetjes

  • De bliksem is heel warm, ongeveer 30.000° Celcius. Dat is vier keer heter dan de buitenkant van de zon.
  • Een bliksemstraal is gemiddeld tussen vijf tot zesenhalve kilometer lang. Horizontale bliksemstralen — tussen wolken — zijn nog langer: tussen acht tot zestien kilometer. In de wolken komen trouwens ook bliksemstralen voor die maar een paar meter lang zijn.
  • De doorsnede van een bliksemstraal is ongeveer 2,5 cm.
  • Een bliksemstraal is enorm snel: hij gaat zo’n 60.000 km per seconde.
  • Het onweert vaker dan je denkt. In Nederland onweert het jaarlijks meer dan 100 dagen. Per vierkante kilometer zijn er gemiddeld vier blikseminslagen.

Bijgeloof

Vroeger waren de mensen bang voor onweer. Omdat ze donder en bliksem niet begrepen dachten ze dat onweer het werk van de goden moest zijn. Als de donder rolde dan kwam dat bijvoorbeeld omdat de Noorse god Donar (ook wel bekend als Thor) door de wolken reed met zijn strijdwagen. En wanneer hij met zijn strijdhamer Mjölnir gooide, dan bliksemde het.

Thor (Donar) in zijn door bokken voortgetrokken strijdwagen zwaait met zijn hamer Mjölnir.

In de Middeleeuwen waren de mensen ervan overtuigd dat ze het onweer konden verjagen. Ze bedachten de gekste dingen! Een klavertje vier bewaren of het ei van een zwarte kip over het dak gooien weerde de bliksem af. Een spiegel moest met een doek worden afgedekt, omdat hij anders de bliksem aan zou trekken. En als je op een kikker, een pad of een slak trapte, dan kwam er onweer. Aan Sint-Janskruid werden allerlei magische eigenschappen toegedicht. Sint-Janskruid werd niet alleen gebruikt als afweermiddel tegen heksen en magie, maar ook als bescherming tegen onweer. Om de bliksem te verjagen werd het Sint-Janskruid op het dak gebonden of voor het raam gehangen. Om de stad te beschermen tegen blikseminslag luide men de kerkklokken als er een onweersbui in aantocht was.

Sint-Janskruid was een afweermiddel met magische krachten. Het werd gebruikt tegen heksen, zwarte magie en blikseminslag.

Bliksemafleider

In de 18e eeuw ontdekte de wetenschapper Benjamin Franklin dat de bliksem uit een elektrische lading bestaat. Middenin een onweersbui liet hij een vlieger op met een metalen sleutel eraan. De bliksem sloeg in de vlieger en lichtte de sleutel op. Franklin zelf voelde de elektrische schok van de inslag via het natte vliegertouw.

Benjamin Franklin’s experiment met de vlieger in een onweerbui.

Door dit gevaarlijke experiment kwam hij op een idee om bliksemschade te voorkomen. Door een metalen staaf op het dak van een gebouw te zetten en deze te verbinden met een metalen draad die tot in de grond loopt kan de bliksemstroom veilig worden afgevoerd. Zonder dat er brand ontstaat.

Onweer in spreekwoorden en gezegdes

Onweer wordt gebruikt in veel spreekwoorden en gezegdes. Hier zijn een paar voorbeelden. De betekenis staat er tussen haakjes achter.

  • Daar kun je donder op zeggen (daar kun je op rekenen)
  • De boel is naar de bliksem (de boel is verloren)
  • Hij heeft een donderstem (hij heeft een harde en luide stem)
  • Een bliksemactie (een snelle actie)
  • Daar heb je het gedonder al (daar zijn de problemen)
  • Als bliksemafleider fungeren (de schuld op zich nemen, de schuld krijgen)
  • Als een donderslag bij heldere hemel (onverwacht, heel plotseling)
  • Er is donder aan de lucht (er zijn problemen op komst)

Tips tijdens onweer

Als het gaat onweren is het verstandig als je naar binnen gaat. Blijf vooral niet buiten hangen omdat je wil laten zien dat je toch niet bang bent.

Als je op straat bent
Verstandig: Ga als een speer naar huis.
Dom: Op straat blijven hangen.

Als je op een open plek staat
Doen: Op je hurken te gaan zitten met je hoofd tussen je knieën. Zo maak je jezelf zo klein mogelijk. Als je met een meerdere personen bent, is het handig om je verspreiden.
Niet doen: Onder een boom of een ander hoog ding gaan schuilen. De bliksem zoekt altijd het hoogste punt op. Op de grond gaan liggen is ook geen goed idee.

Als je in het bos bent
Slim: Zoek een open plek op in het bos of een breed bad in het bos op. Maak jezelf zo klein mogelijk door op je hurken te gaan zitten met je hoofd tussen je knieën.
Niet zo handig: De bosrand opzoeken.

Als je op de fiets zit
Handig: Afstappen en jezelf op enige afstand van je fiets klein maken.
Niet doen: Je fiets aan de hand houden.

Als je aan het sporten bent
Verstandig: Zoek snel de kantine of de kleedkamer op en wacht tot de onweersbui weg is.
Dom: Op het sportveld blijven.

Tijdens het zwemmen
Slim: Ga meteen uit het water.
Niet zo handig: In of in de buurt van het water blijven.

Op de camping
Handig: Ga naar de kantine of schuil in een auto totdat het onweer voorbij is.
Dom: In de tent of vouwwagen blijven. Het metalen frame van een vouwwagen of een tent biedt over het algemeen geen bescherming tegen blikseminslag.